top of page
Nieuws
Nieuw bij Dierenartsenpraktijk Equivaro: SAA bepaling in house!

Wat is SAA?
SAA (Serum Amyloïd A) is een acute fase proteïne dat snel stijgt (6u) bij ontsteking en weefselbeschadiging, en ook snel weer daalt als het ontstekingsproces geremd of gestopt wordt. Het kan dus een goede indicator zijn voor infectie/inflammatie vooraleer andere parameters zoals witte bloedcellen stijgen, en anderzijds zeer interessant zijn om het succes van een therapie te monitoren.

 

Toepassingen van SAA?
à SAA is een goede marker voor ontsteking en dus ook voor de algemene gezondheid van uw paard.

  • Veulenziekten: (Pasgeboren) veulens zijn zeer gevoelig voor ontstekingen en infecties van alle aard (diarree, sepsis, zwakgeboren veulen, gewrichtsinfectie,..). Met SAA-bepaling kunnen we hier zeer kort op de bal spelen en sneller een adequate behandeling opstarten.

  • Voortplantingsstoornissen bij merries komen vaak voor en kunnen tot onvruchtbaarheid leiden. Zelfs wanneer klinisch onderzoek, cytologie, bacteriologie en histopathologie gecombineerd wordt gebruikt tast men soms nog in het duister. Zowel infectieuze als niet- infectieuze endometritis en placentitis krijgt de merrie een significante stijging van SAA.

  • Interne geneeskunde bij volwassen paarden:  zeer nuttige screening en voorlopige diagnose voor zowel bacteriële als virale aandoeningen: Luchtweginfecties, gastro-intestinale aandoeningen (colitis, enterocolitis en peritonitis (diarree en buikvliesontsteking)) en Grass Disease geven ieder op zich een SAA typerend voor de aandoening.

  • Orthopedie: door analyse van gewrichtsvocht kan artritis (infectieuze/ septische) opgespoord en gemonitord worden.

  • Screening van sportpaarden voor, tijdens en na het wedstrijdseizoen.

 

Conclusie:

SAA is een zeer goede marker voor elk type paard en kan de dierenarts helpen bij een snelle opvolging van verschillende aandoeningen bij het paard; en dat in slechts 10tal min!

Wetenschappelijk artikel dierenarts Anke Van Ongeval 

Vanaf heden is dierenarts Anke Van Ongeval haar artikel dat ze geschreven heeft in samenwerking met de universiteit Gent Faculteit diergeneeskunde te Merelbeke gepubliceerd in het wetenschappelijk tijdschrift 'Equine Veterinary Education'. 

Het artikel beschrijft een geval van manken bij het paard ten gevolge van compressie van de bloedvaten door een melanoom ter hoogte van het bekken bij een schimmel. 

Melanomen zijn gezwellen die vaak gezien worden bij schimmelkleurige paarden. Deze kunnen kwaadaardig beschouwd worden als ze zeer snel groeien of zich op plaatsen bevinden waar ze compressie veroorzaken op vitale organen. 

Ze hoeven niet altijd verwijderd te worden indien ze zich op plaatsen bevinden waar ze geen complicaties veroorzaken en niet te snel groeien. Veel voorkomende plaatsen waar je een melanoom uiterlijk kan waarnemen zijn: rond de anus, aan de staartbasis, in de keelstreek, de lip,... 

Indien meer info gewenst, kan u steeds contact opnemen met onze praktijk via mail of telefonisch. 

Info@equivaro.eu

Optekenen veulens Zangersheide studbook

Vanaf heden is dierenarts Anke Van Ongeval bevoegd om veulens, dewelke moeten geregistreerd worden in het studbook van Zangersheide op te tekenen & te registreren. 

Hierbij kan het veulen opgetekend en rechtstreeks doorgestuurd worden naar Zangersheide. De chip kan gelijktijdig geplaatst worden.

Indien u uw veulen wilt laten optekenen door onze praktijk kan u ons steeds bereiken via volgende media:

Tel: +32 491 19 57 47

Mail: Info@equivaro.eu

Of via onze contactpagina op facebook / website.

Start van het veulenseizoen, waarmee wij u van dienst kunnen zijn….
  • intensieve opvolging van uw (hoog) drachtige merrie

  • onze geboortebegeleiding…

    • Prenataal echografische controle correcte ligging van het veulen

    • Prenataal echografische controle op mogelijkse placentitis & behandeling

    • Prenataal opvolging antistofgehalte in de biest van de merrie

    • Professionele begeleiding van de merrie tijdens de geboorte van het veulen

    • Begeleiding van het veulen in de eerste uren van zijn leven:    

      • Eerste gezondheidscontrole & controle op aangeboren afwijkingen

      • Ontsmetting & controle van de navel

      • Toedienen van de veulenspuit

      • Begeleiding bij de opname van de biest binnen de eerste uren zodat het veulen voldoende antistoffen opneemt heeft ter bescherming

      • Na 18 uur controle van het antistofgehalte in het bloed en indien nodig plasmatransfusie met hyperimmuun serum

    • Begeleiding van de merrie in de eerste uren na de geboorte:

      • Controle op volledig afkomen van de vruchtvliezen

      • Monitoring gezondheid van de merrie

      • Monitoring moeder-veulen binding

      • Monitoring & behandeling mogelijkse complicaties na partus  (koliek, opblijven van de placenta, spoelen van de baarmoeder, bloeding, baarmoederprolaps, …)

    • Monitoring merrie & veulen in de eerste uren en dagen na de geboorte (koliek, opblijven meconium, koorts, (poly)arthritis, navelinfectie, …) met professionele behandeling indien nodig/mogelijk

Rhinopneumonie bij het paard

Het Equine Herpesvirus, ook wel gekend als rhinopneumonie of rhino, is een besmettelijke virale infectie. Tot wel 90% van de paarden komt al in contact met EHV voor de leeftijd van 2 jaar. Er bestaat een verhoogd risico op plaatsen waar veel paarden staan en/of er veel in- en uitvoer van paarden gebeurd (zoals op wedstrijden, stage op verplaatsing...). Hoewel de term rhinopneumonie wijst op luchtwegproblematiek, is dit zeker niet het enige symptoom. Men kan de symptomen opdelen in 3 categorieën: luchtwegaandoeningen, abortus en zenuwsymptomen. 

De luchtwegaandoeningen zijn de makkelijkst opgemerkte symptomen. Deze gaan van griepachtige symptomen (neusvloei, hoesten, verminderde eetlust en suf uitzicht) met koorts tot 41°C tot (zo goed als) geen zichtbare symptomen vaak bij oudere paarden. 

Een tweede veel voorkomend symptoom is abortus. Bij een drachtige merrie kan EHV-1 het leven van het veulen ernstig in gevaar brengen en dit gewoonlijk in het 3e trimester van de dracht. Let wel op dat de besmetting niet per se in dit trimester hoeft te verlopen, daar EHV latent aanwezig blijft in het lichaam gedurende een lange tijd (bijvoorbeeld: merrie geïnfecteerd in de winter--> abortus in lente).

In zeldzame gevallen kan rhinopneumonie eveneens leiden tot aantasting van het zenuwstelsel met ataxie (wankel lopen) en verlammingsverschijnselen tot gevolg. Dit kan zelfs zonder enige voorgaande  ademhalingsproblemen! 

Hoe infectie vermijden? 

Stalmanagement is essentieel, het vermijden van stress tesamen met groeperen van de sportpaarden en deze scheiden van eventuele fokmerries is reeds een grote stap. Verder bestaat er ook een vaccin dat om de 6 maand toegediend moet worden. Vaccinatie geeft nooit 100% bescherming maar zal toch een grote sprong zijn naar controle van rhino in de stal.

Voor meer informatie kan u steeds ons bereiken of eens surfen naar:
https://www.zoetis.nl/rhinopneumoniebijpaarden/index.aspx

ESDOORNALARM

Atypische myopathie is een zeer ernstige, vaak fatale, spierziekte bij paardachtigen. Meer dan 75% van de aangetaste dieren sterft aan deze aandoening en dit meestal binnen drie dagen na het begin van de symptomen. Er bestaat voorlopig geen remedie. De zeldzame paarden die de ziekte overleven, kunnen wel volledig recupereren. Eventueel houden ze er hartritmestoornissen aan over.


Het is ondertussen bekend dat het gif dat verantwoordelijk is voor het optreden van atypische myopathie, voorkomt in de zaden, de zaailingen en de bladeren van bepaalde esdoorns, waaronder de Acer pseudoplatanus (gewone esdoorn). Daarom wordt Atypische Myopathie tegenwoordig ook wel “esdoornvergiftiging” genoemd.

Esdoornvergiftiging komt vooral voor bij paarden en pony's, maar ook ezels en zebra's kunnen getroffen worden. Herkauwers en andere herbivoren lijken, voor zo ver onderzoekers momenteel kunnen vaststellen, niet gevoelig voor esdoornvergiftiging.

Indien uw paard op een weide staat waar mogelijks esdoornzaden in terecht kunnen komen, of waar zaailingen in groeien, raadt de UGent dan ook aan om maatregelen te nemen. U dient vooral waakzaam te zijn vanaf oktober (vallen van bladeren en zaden) tot aan de eerste grondige vorst en in de lente wanneer de zaailingen naar boven komen. Het is van het grootste belang dat u probeert te verhinderen dat paarden zaden of zaailingen opeten. Controleer daarom uw weiden op de aanwezigheid van deze zaden en zaailingen en verwijder ze indien u er terugvindt.

Bron: Paardenpunt Vlaanderen

bottom of page